1. Verschuif nimmer op morgen hetgeen gij heden doen kunt.
2. Laat nimmer door een en anderen doen hetgeen gij zelf kunt verrigten.
3. Geef nimmer geld uit, alvorens gij hetzelve werkelijk bezit.
4. Koop nimmer iets, zelfs niet het allergeringste, wanneer gij het niet behoeft.
5. Hoogmoed is moeijelijker te verdragen, dan honger, dorst en koude,
6. Het berouwt ons nimmer, te weinig gegeten te hebben.
7. Hetgeen wij gaarne doen, is ons nimmer tot last.
8. De meeste zorgen baren ons de nimmer plaats gehad hebbende mogelijke rampen.
9. Vat alles met eene zachte hand aan.
10. Wanneer gij toornig zijt, spreek nimmer alvorens gij lang overlegd hebt.
Naar deze regels bestuurde gemelde President, als eerste Staats-Ambtenaar, zijn vaderland. De Vereenigde Staten van Noord-Amerika hebben thans in den Generaal Jackson, hunnen zevenden President. Allen waren republikeinsch-gezind. Geen hunner verrijkte zich door zijne bediening. Misschien waren wel eenigen hunner al te toegeefelijk jegens ontrouwe of nalatige ambtenaren, maar geen was er, die plannen van opperheerschappij koesterde, men wist, dat dezelve schipbreuk zouden lijden. Met het geld van den staat waren alle zeer spaarzaam.
Nederlandsch Magazijn, 1834, pagina 384.