Het Nederlandsch Magazijn schrijft in 1841 over een wonderlijk bouwsel, de hellende toren van Pisa. “Eene massa steen, die als het ware zonder steun als in de lucht zweeft, zonder reeds lang omgestort te zijn.” De vraag is: is de toren met opzet scheef gebouwd?
Het Nederlandsch Magazijn merkt in 1865 op dat in Engeland niet langer visitekaartjes met een glanzend laagje worden gebruikt. “Ja, men beschouwt iemand, die de zoodanigen afgeeft, als geen echt gentleman.”
Het Nederlandsch Magazijn presenteert in 1834 tien leefregels van Thomas Jefferson. Hij was de derde president van de Verenigde Staten. “Koop nimmer iets, zelfs niet het allergeringste, wanneer gij het niet behoeft.”
Het Nederlandsch Magazijn heeft in 1844 lang artikel over Beyrut, tegenwoordig gespeld als Beiroet, de hoofdstad van Libanon.
“Men vindt te Beyrut alle gemakken van het leven: de woningen zijn zeer gemakkelijk; het vleesch is uitmuntend; de vruchten overheerlijk.”
Het Nederlandsch Magazijn publiceert in 1863 een anekdote over Anton Reinhard Falck, die later een belangrijk staatsman zou worden in Nederland. ,,Ben jij het toch!? – Hoe duivel ben je hier gekomen?”
Het Nederlandsch Magazijn gaat in 1866 nader in op een belangrijk lichaamsdeel: de neus.
Het Nederlandsch Magazijn doet in 1841 verslag van een trekking van de loterij in Napels. Dat is voor nuchtere Nederlanders een nogal ongewone aangelegenheid.
Het Nederlandsch Magazijn besteedt in 1835 aandacht aan religieuze gewoonten en gebouwen in China.
Het Nederlandsch Magazijn beschrijft in 1845 een indrukwekkend dier: het rivierpaard, bij ons tegenwoordig bekend als het nijlpaard.
Het Nederlandsch Magazijn besteedt in 1836 aandacht aan een ernstig lichamelijk ongemak: maanziekte.