DE OORZAAK EN HET WEZEN DER WATERHOOZEN EN WOLKBREUKEN (ORIGINEEL)

Twee tegen elkander aanwaaijende winden schijnen de algemeenste oorzaak van dit vreeselijk en ontzagwekkend natuurverschijnsel te zijn, dat zich in den regel in geweldige watervlagen oplost. Deze winden doen de wolken, die zich tusschen beide bevinden, schielijk tot water verdikken en wanneer zij niet vlak tegen, maar even voorbij elkander waaijen, doen zij de verdikte wolk even als een rad ronddraaijen, dat door twee menschen ter weêrszijde wordt bewogen. Ondertusschen valt een gedeelte van deze wolk, in de gedaante van een pilaar, kegel of dikken rol naar beneden, die met zijn bovenste einde aan het andere deel van de dikke en zwarte wolk blijft hangen. Deze geweldige ronddraaijende watervlagen noemt men Hoozen. Zij zijn van binnen hol, dat door het ronddraaijen wordt veroorzaakt, hetwelk de deelen, waaruit de hoos bestaat, van haar middelpunt doet afwijken. Waar zulk eene hoos nedervalt, overstroomt zij alles, breekt daken en schoorsteenen in stukken, rukt boomen uit den grond, met zulk een vreeselijk geraas alsof er eene groote menigte wagens hollende over een straatweg getrokken werden, en dit duurt zoo lang tot dat zij geheel uit de lucht nedergevallen is. Wanneer twee vlak tegen elkander waaijende winden eene wolk schielijk tot water verdikken, en, zonder haar rond te draaijen, plotseling uit de lucht doen nedervallen, noemt men zulks eene wolkbreuk. Deze komen meest in bergachtige streken voor, de hoozen daarentegen ziet men zelden op het land, maar meest op zee.

EENE WATERHOOS IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE.

De Grieken kenden de hoozen en beschreven ze als weêrstralen, waaronder eene ontvlamde of brandende vloeistof verstaan wordt, want uit het midden der hoozen komen gewoonlijk vurige zwavelachtige dampen en flikkeringen te voorschijn, die een salpeterachtigen reuk verraden en het bewijs opleveren, dat de elektriciteit bij hare vorming of ten minste bij hare uitwerkselen eene rol speelt. Als zulk eene waterhoos op zee voorkomt, zijn zelfs de grootste schepen aan het uiterste gevaar blootgesteld. Onder zulk eene dikke wolk of kromme zwarte hoos wordt de zee in een kring van 600 tot 700 voeten omvang beroerd, het water raakt op het spuiten van de wolk aan het koken en rijst in de gedaante van een vasten pilaar op om de hoos te ontmoeten, waarbij vooral kleinere zeilvaartuigen als ware het aan den top van den mast opgeligt en omgeslagen worden. Men heeft verwonderlijke beschrijvingen van zulke waterhoozen, waarvan vooral in de Middellandsche zee zestien te gelijk zijn waargenomen. Vroeger schoten de zeelieden op deze bewegelijke wolkzuilen, om hunne bersting of val te bespoedigen, uit vrees, dat de schepen, die zij mogten ontmoeten, daardoor zouden worden omgeslagen of beschadigd. Doch het meeste gevaar veroorzaken de wervelwinden, die in hare heerschen. De hoozen drijven met den wind voort en veranderen zelfs hare rigting, terwijl men zelfs niet den zwaksten luchtstroom bespeurt. Indien de hoozen zich op het land vertoonen, ziet men geene opstijgende waterkolom, maar alleen eene nederdalende wolkzuil.

Nieuw Nederlandsch Magazijn, 1856, p. 220-221

Klik of tik hier voor de bijbehorende blogpost.

Klik of tik hier voor hertaalde, makkelijker leesbare versie van dit artikel.